De Belastingdienst heeft de voorlopige belastingteruggave van 124.000 mensen stopgezet. Zij kregen daar pas rond de jaarwisseling of zelfs medio januari een brief over. Het besluit scheelt deze mensen vaak honderden euro’s per maand, en was waarschijnlijk in duizenden gevallen ook nog onterecht.

Het aantal mensen dat in tegenstelling tot een jaar eerder zijn voorlopige teruggave geschrapt zag worden, lag dit jaar veel hoger dan de afgelopen jaren. Coalitiepartij CDA, oppositiepartij SP en ouderenorganisaties maken zich zorgen en willen opheldering.

Stopzettingen hard gestegen

In 2017, 2018 en 2019 schommelde het aantal mensen dat hun voorlopige teruggave kwijtraakte tussen de 79.200 en 81.900, laat een woordvoerder weten.

De stijging naar 124.000 valt samen met het invoeren van een nieuwe zogenoemde selectieregel bij de fiscus, maar de Belastingdienst weet niet hoeveel mensen hun voorlopige teruggave kwijtraakten door de nieuwe regel en hoeveel van hen de teruggave sowieso zouden zijn kwijtgeraakt.

Opeens honderden euro’s minder

Dat kan flinke gevolgen hebben voor de portemonnee. Een gedupeerde laat weten opeens 600 euro per maand mis te lopen. Daarover werd hij pas half januari geïnformeerd, het moment dat hij eigenlijk het geld had moeten ontvangen.

Al snel bleek dat er bij hem niets was veranderd en dat hij gewoon nog recht had op zijn teruggave. Door de aangescherpte regels zette het systeem zijn teruggave stop.

Voorlopige teruggave

Mensen kunnen een voorlopige teruggave aanvragen als zij ervan uitgaan dat ze recht hebben op een teruggave bij de uiteindelijke belastingaangifte. Stel dat je jaarlijks 3000 euro terugkrijgt door bijvoorbeeld hypotheekrenteaftrek of alimentatie die aftrekbaar is, dan kun je ervoor kiezen om iedere maand een twaalfde daarvan, dus 250 euro, uit te laten keren.

Normaal gesproken wordt zo’n voorlopige teruggave automatisch voortgezet in het nieuwe jaar. Maar de regels veranderen ieder jaar een beetje en de omstandigheden van mensen ook. Op basis van zogenoemde selectieregels stopt de Belastingdienst ieder jaar de voorlopige teruggave van bepaalde groepen, omdat ze niet goed menen te kunnen schatten hoe de inkomenssituatie is

Uitkering en loon

Het lijkt erop dat de nieuwe selectieregel zorgt voor een flinke stijging van het aantal stopgezette teruggaven. De regel schrijft kort gezegd voor dat de voorlopige teruggave in 2020 wordt stopgezet als er in 2018 een samenloop was van inkomen uit werk en een uitkering zoals AOW, pensioen, WW of een transitievergoeding. De Belastingdienst kan dan namelijk moeilijk schatten hoe de huidige inkomenssituatie is.

Het idee daarachter is dat mensen op die manier geen geld krijgen waar ze achteraf eigenlijk geen recht op bleken te hebben. Het probleem is dat de selectieregel op een andere manier ook voor vervelende verrassingen kan zorgen.

Hij kan ertoe leiden dat je opeens in 2020 geen teruggave meer krijgt, terwijl je heel 2019 terecht een voorlopige teruggave kreeg, en dat alles op basis van verouderde gegevens uit de aangifte over 2018.

Tijd geven

Dat moet echt anders, vindt CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt. ‘Dat de Belastingdienst zijn best doet om niet te veel teruggave te geven die ze daarna weer moeten terugvorderen is prima, maar als je dat doet moet je mensen wel in de gelegenheid stellen om tijdig te vertellen hoeveel ze naar verwachting krijgen dit jaar.’

‘En vooral voor mensen die met pensioen gaan is dat behoorlijk voorspelbaar’, vervolgt hij. Mensen zouden van tevoren een waarschuwing moeten krijgen dat hun teruggave op de helling staat, vindt Omtzigt, waarna ze zelf op tijd actie kunnen ondernemen om toch hun teruggave te behouden.

Ouderenorganisaties hebben kritiek

Ook belangengroepen voor ouderen zijn kritisch, omdat juist mensen die met pensioen gaan de gevolgen van de selectieregel kunnen ondervinden. De ANBO begrijpt dat de Belastingdienst wil voorkomen dat mensen te veel terug krijgen, maar is verbolgen over de wijze waarop dat gaat.

‘Het zou beter zijn om mensen te waarschuwen om de voorlopige teruggave zelf tijdig aan te passen. Het bericht over de voorlopige teruggave wordt in november verstuurd, zodat er tijd genoeg is om actie te ondernemen. Het eenzijdig stopzetten kan ertoe leiden dat mensen een aantal maanden geen teruggave ontvangen’, aldus de bond.

Kunnen wij niets aan doen

Nu komt dat bericht dus te laat. Je kunt als burger uiteindelijk wel weer een nieuwe voorlopige aanslag aanvragen, maar dan ben je in januari al honderden euro’s misgelopen. Je houdt recht op dat geld, maar dat krijg je dan uitgesmeerd over de rest van het jaar pas terug. Dat kan zorgen voor een lelijk begrotingsgat in het huishoudboekje.

Dat mensen pas zo laat op de hoogte worden gesteld van het stopzetten van de teruggave, daar zegt de Belastingdienst niets aan te kunnen doen. Sterker nog, volgens de fiscus is het de schuld van de Tweede Kamer.

Wachten op de Kamer

Voor de definitieve regels waar de dienst mee werkt om te bepalen of mensen wel of niet recht hebben op een voorlopige aanslag, moest de Belastingdienst namelijk wachten op de goedkeuring van het Belastingplan door de Tweede Kamer, eind november.

Daarna werd het proces van de voorlopige aanslagen in gang gezet, laat een woordvoerder weten. Uiteindelijk konden de brieven over het stopzetten van voorlopige teruggave verstuurd worden vanaf 27 december. Maar met een beetje pech duurde dat dus tot half januari.

Voorbereiden

Het verweer van de Belastingdienst dat zij niets aan de situatie kunnen doen, kan niet op instemming rekenen van SP-Kamerlid Renske Leijten: ‘Als je weet dat je een nieuwe regel hebt en tienduizenden mensen gaat treffen, dan zul je ook wel voorzorgsmaatregelen moeten nemen om onterecht stopgegezette teruggaven heel snel recht te breien.’

Bovendien zou de Belastingdienst dit soort situaties moeten voorkomen door altijd ook een medewerker te laten toetsen of het computersysteem wel terecht iemands teruggave stopzet, aldus Leijten.

BEL DIRECT